Ontstaan van het Vrouwenhuis
In 2004 was is, Janny Beekman, met een Afghaanse Nederlandse mee op
familiebezoek in Afghanistan. Na heel veel gesprekken met mannen en vrouwen is
bij mij de overtuiging ontstaan dat een opvang voor bepaalde groepen vrouwen
geen overbodige luxe zou zijn.
In
de Vrouwentuin (een ommuurd parkje waar alleen vrouwen mogen komen) kwam ik in
gesprek met de directrice (mevr. Nylab), een psychologe (mevr.Zargona) en een
juriste ( mevr. Mossadeq). We bespraken de positie van de vrouwen in
Afghanistan en de lange weg die mannen en vrouwen nog dienen te gaan om een
maatschappij te verkrijgen, waarin het mogelijk wordt dat mannen en vrouwen
samen kunnen werken aan een toekomst, naast en met elkaar en in
gelijkwaardigheid.
De
drie vrouwen vertelden mij, dat hen via de UHNCR een mogelijkheid is geboden
tot het gebruik van tenten voor de
opvang van vrouwen die niet meer kunnen leven met het huiselijk geweld. Maar
tenten zijn geen permanente en
wenselijke oplossing: de winters zijn koud en tenten kunnen de veiligheid van
de vrouwen niet waarborgen. Ze zijn namelijk kwetsbaar voor gevaar van
buitenaf.
Een
huis zou een betere optie zijn, maar het ontbrak aan geld en middelen om een
dergelijk huis op te richten.
Toen deze (en andere) hoogopgeleide Afghaanse vrouwen mij dan ook om hulp
vroegen, ben ik in november 2005 in Kabul gaan zoeken naar mogelijkheden.
Tijdens een gesprek met de minister voor Vrouwenzaken, bleek ook zij achter het
idee te staan om een vorm van opvang op te zetten voor weduwen (en kinderen)
die op straat leefden. Na
lange gesprekken over het doel van een dergelijk huis, de eisen en de
haalbaarheid van het initiatief kwam ik tot de conclusie dat ik me bij
terugkomst in Nederland actief in zou gaan inzetten voor de oprichting van een
vrouwenhuis dat geleid zou worden door en voor Afghaanse vrouwen.
Op 16
december 2005 is de stichting Nahid in Groningen opgericht. In het bestuur
zaten ook twee van oorsprong Afghaanse vrouwen die in Nederland wonen. Zij
hebben een belangrijk aandeel gehad in de vormgeving en de organisatie van het
huis, omdat het geheel moet passen binnen de cultuur van het land.
Met financiële ondersteuning van Impulsis konden we in 2006 het huis
openen. Maar ook de bijdragen van groepen van Zonta en Soroptimisten droegen er
veel aan bij, evenals werkgroepen van
Vrouwen voor Vrede, enkele kerken en bedrijven en acties van scholen.